Een lichtplan is belangrijk voor uitgebalanceerd licht in uw woning. U wilt sfeer op de juiste momenten, maar ook voldoende licht wanneer de situatie daarom vraagt. Met dit stappenplan zorgt u voor een goed lichtplan, passend bij uw woning.

Stap 1: schets uw woning

Maak eerst een schets van uw woning. Probeer als het kan op schaal te tekenen en vermeld in uw tekening de maten van de muren. Zet alle meubels op de juiste plekken en teken zeker ook de ramen in uw schets. Hebt u vaste stroompunten, dan neemt u die ook mee.

Stap 2: bepaal de mate van licht

Bepaal welke ruimte voor welke doeleinden wordt gebruikt. Moet er op dat punt juist veel licht zijn, of mag er sfeerverlichting komen. Houd rekening met looppaden en plekken waar veel gebruik van wordt gemaakt. Om dit duidelijk te maken, kunt u in uw schets werken met gekleurde vlakken. Lichtgeel is bijvoorbeeld een plek met weinig licht en weinig activiteit. Donkergeel juist een plek met heel veel activiteit, maar wel sfeer. Oranje kan weer een plek zijn waar veel activiteit plaatsvindt en tegelijkertijd veel licht nodig is.

Stap 3: basisverlichting

Een goed lichtplan kent verschillende soorten licht. In deze stap plaatst u het algemene licht, ook wel het basislicht genoemd. Dit licht zorgt ervoor dat de ruimte in de basis voldoende wordt verlicht. Het is niet opvallend, maar zorgt wel voor een algemeen goed verlichte ruimte. Het benadert zoveel mogelijk het natuurlijke buitenlicht, zonder dat het veel schaduw veroorzaakt. Dit kunnen bijvoorbeeld plafondspots of lichten die van onder naar boven schijnen zijn.

Stap 4: functionele verlichting

De volgende stap is het plaatsen van functionele verlichting of werkverlichting. Verlichting boven een kookeiland bijvoorbeeld. Daar wilt u voldoende licht hebben, zonder dat er schaduw op uw werkblad valt. Ook rondom uw eettafel wilt u extra verlichting hebben. Misschien hebt u wel een relaxhoekje waar u ’s avonds graag een goed boek wil lezen. Deze soorten verlichting zijn vormen van gerichte verlichting en kunnen op ieder moment van de dag een andere intensiteit vragen. Het is daarom een goed idee te kiezen voor dimbare werk- of functionele verlichting.

Stap 5: accentverlichting

Het laatste soort verlichting is accentverlichting. Daar gaat u nu over nadenken. Accentverlichting is verlichting die heel gericht bedoeld is om iets te accentueren. Kunst bijvoorbeeld. Accentverlichting creëert u vaak met spots die u richt op het object dat u uitgelicht wilt hebben.

Stap 6: intekenen van de verlichting

U weet nu ongeveer wat voor soort verlichting u waar wilt hebben. Het wordt tijd om dat in te tekenen in uw schets. Houd rekening met bestaande contactpunten en eventueel nieuw te creëren punten. Teken weer zoveel mogelijk op schaal, zodat u weet dat de armaturen die u in gedachte hebt ook daadwerkelijk passen op de plek waar u ze wilt hebben. Houd er rekening mee dat er een goed evenwicht is in de lichtverdeling over alle ‘lagen’ van de ruimte om een kokereffect te voorkomen. Verdeel uw woonruimte in drie denkbeeldige lagen. De ruimte vanaf de grond tot circa 100-120 centimeter hoogte, de ruimte van het plafond circa 100-120 centimeter naar beneden en de daartussen liggende ruimte. Over al deze drie lagen moet er voldoende licht aanwezig zijn. Dit bereikt u door gebruik te maken van plafond-/railverlichting, wandverlichting/lampen op een voet en vloerlampen/-spots. Ontbreekt er in één van deze lagen verlichting, dan maakt u ’s avonds de ruimte optisch gezien een stuk kleiner. Goed om mee te nemen in uw lichtplan dus!

Met deze 6 stappen hebt u een lichtplan dat past bij uw interieur en verhoogt u de sfeer, functionaliteit en uitstraling van uw woning.